
Le jardin des daines
De boomhut van Chantal en Brice
Vyle-Tharoul
Vyle-et-Tharoul, een dorpje langs de Vyle, dankt zijn naam aan de twee afzonderlijke delen waaruit het bestaat. Vyle was aanvankelijk een landbouwdorp, opgebouwd rond zijn kasteel, de kasteelboerderij, een paar mooie vierkantshoeves en de kerk. Tharoul is eerder een gehucht waar het kasteel van de plaatselijke landheren staat. De heerlijkheden van Vyle en Tharoul waren dus ook van elkaar gescheiden: de ene was een leen van het graafschap Fauquemont, dat tot het hertogdom Brabant behoorde, terwijl de andere rechtstreeks onder het prinsbisdom Luik viel. Etymologisch zou Vyle afkomstig zijn van villa, wat zou wijzen op de aanwezigheid van een Romeins landgoed in de late Oudheid, maar daar zijn geen archeologische sporen van gevonden. Vyle is ook de naam van de beek die naar de rivier Hoyoux stroomt en waarlangs geleidelijk aan woningen zijn gebouwd. Vyle wordt voor het eerst genoemd in de handvesten van Lotharius II in 862, waaruit blijkt dat het domein toebehoorde aan de zeer machtige benedictijnenorde van Stavelot-Malmedy. Deze orde stichtte een parochie, gewijd aan Saint Martin, en liet in de 12e eeuw een kleine romaanse kerk bouwen. Het koor ervan is zichtbaar gebleven tot midden 19e eeuw, waarna het door uitbreidingswerken aan het kasteel verdwenen is. Het werd vervangen door de huidige kerk, waar we nog steeds heel mooi erfgoed aantreffen, zoals de 17e-eeuwse Maagd van het atelier van Jean Del Cour of de Saint-Fiacre van meester Balthazar uit de 16e eeuw. Het kasteel was eigendom van de lokale adel, waarvan we een eerste vermelding terugvinden in de 13e eeuw: een ridder-heer van Vyle, in de persoon van Fastré de Hemricourt. De heren volgden elkaar op. In de 16e eeuw kwam het domein in handen van de familie d’Eve. Zij hebben het van een middeleeuwse versterkte woning geleidelijk omgebouwd tot een kasteel met een mooie, comfortabele kasteelboerderij in de lokale stijl van de 18e en 19e eeuw. Na een lange periode van verval in de 20e eeuw werd het kasteel in 2021 grondig gerenoveerd en werden er meerdere appartementen in ondergebracht. De vroegere kasteelboerderij werd dan weer gekocht door een groep vrienden met het vaste voornemen er een cohousingproject van te maken waar ze rustig en comfortabel van hun pensioen konden genieten. Aan weerszijden van de weg zijn nog steeds prachtige bomen te bewonderen, restanten van de glorietijd van het kasteel.
In de 20e eeuw kwam het dorpsleven steeds meer in het teken te staan van de voetbalclub, het landbouwfeest en de gezellige dorpssfeer. Dankzij de rijke bodem ontstonden er ook kalksteengroeven, kalkovens en werd er een heel speciale kleisoort gewonnen, de ‘derle’, die werd gebruikt bij de ambachtelijke productie van pijpen en in de keramiekindustrie in Andenne. Voor al die activiteiten waren arbeiders nodig en zo ontstond er aan de voet van het dorp een nieuwe wijk, Les Arcis.
Rocher du Vieux Château en Pont-de-Bonne
Deze rots doemt op boven het gehucht Pont-de-Bonne en hangt hoog boven de weg van Hoei naar Stavelot De Rocher du Vieux Château ziet uit over duizelingwekkende dalen die zijn uitgeslepen door de Hoyoux en twee zijrivieren ervan, de Bonne en de Vyle. Op initiatief van de gemeente Modave werd deze rots opnieuw onder de aandacht gebracht, zowel op natuurlijk als historisch vlak. Op het plateau strekken zich kalkgraslanden uit, terwijl op de heel mooie rotsen boven de Hoyoux vrij zeldzame plantensoorten te vinden zijn. Bovendien zijn er prachtige uitkijkpunten over de vallei.
Deze uitloper, met aan drie zijden steile hellingen, was uiteraard een strategische plaats. Vóór de Romeinse verovering in de 1e eeuw v.Chr. werd hier door Condroz-bewoners een imposante vesting gebouwd om dit geïsoleerde plateau aan de meest kwetsbare kant te beschermen. Nadat de murus gallicus in onbruik raakte, was het bijna duizend jaar wachten voordat deze plaats opnieuw een strategische invulling zou krijgen. Het is ons niet bekend wat er in die lange tussentijd is gebeurd. Op het einde van de Karolingische periode werden er nieuwe vestingen gebouwd. Vanaf de 9e en 10e eeuw trok men weg uit deze middeleeuwse bouwwerken zonder ze te vernietigen (teruggevonden resten van voorwerpen dateren niet van later). Dankzij hun stevigheid en ingegraven ligging bleven de vestigingen intact en vormden ze een beschermende laag voor de gebouwen uit de Gallische tijd.
Bij talrijke opgravingen zijn er interessante overblijfselen gevonden. Zo hebben archeologen van de ULiège in 2019 de funderingen van een kleine Karolingische kerk uit de 10e eeuw blootgelegd.
Bronnen: Natagora, lepassebelge.blog en Delye E. (dir.), 2016. Les fortifications celtique et carolingienne du « Rocher du Vieux-Château » à Pont-de-Bonne (Modave, Belgique), Bulletin du Cercle archéologique Hesbaye- Condroz, XXXII, 168 p.
De verzetsgroep van Bagatelle
Bij de capitulatie op 28 mei 1940 richtten Belgische officieren en onderofficieren het ‘Belgisch Legioen’ op om weerstand te bieden tegen de bezetter. Op 1 juli 1944 kreeg dit legioen de benaming ‘Geheim Leger’. België is op dat moment onderverdeeld in 5 zones, elke zone in sectoren, elke sector in groepen en elke groep in secties of compagnieën. De ‘BALEINE’ (walvis), zone 5, sector 3, groep 1, was een van de terreinen waar wapens, munitie en uitrusting werden gedropt. Het begon allemaal op 28 augustus 1944, toen de secties van Bagatelle werden gemobiliseerd, en op 1 september, de datum waarop de verzetslui hun gevechtsposities innamen rond de vlakte tussen Vyle-Tharoul en Pailhe.
“In onze zone 5, sector 3 van het verzet van Bagatelle hadden we materiaal en munitie nodig die per parachute werden gedropt. Het terrein lag niet in de buurt van een luchtverdedigingseenheid, het was slecht zichtbaar en lag dicht bij de opslagplaats. Het droppen gebeurde ’s nachts, bij volle maan, en werd rond 19 uur aangekondigd in BBC-uitzendingen voor België, in de vorm van gecodeerde zinnen. Voor ons was dat: ‘de walvis zoogt haar jongen’. Op dat moment ging het ‘ontvangstcomité’ ter plaatse. Zodra er visueel contact was met het vliegtuig, werden drie rode en een witte lamp aangestoken en werd er radiocontact gelegd. Op die manier werden 12 tot 18 kisten met wapens en materiaal gedropt.”
G.N. (verzetsstrijder), vertaling van uittreksel uit ‘Reçu 5 sur 5’ van het Centre régional d’Entr’Âges in Amay.
Er vinden vele schermutselingen plaats met het Duitse leger, waarbij 13 verzetslui om het leven komen. De gemeente Marchin herdenkt ze elk jaar.
Bron: Chemin de la mémoire, toeristische dienst ‘Entre Eaux & Châteaux’, bewegwijzerde wandeling van 9 km vanaf het voormalige kasteel van Vyle, Rue du ruisseau.

De bar
RFC Vyle-Tharoul
Het is in de Arcis-wijk dat deze – in vele opzichten bijzondere – club ontstaan is.
“In 1956 gebeurde er iets dat voor de gewone sterveling niet veel voorstelde, maar decennialang bepalend zou zijn voor de sfeer in Vyle: de voetbalclub van Vyle-Tharoul werd toegelaten tot de Belgische voetbalbond. Na die dag leefde het dorp op een ander ritme, en daar kwam veel meer bij kijken dan de passie voor de leren bal. De ‘Arciens’ rond Victor Vandenrijt, voor het merendeel arbeiders in de plaatwerkerijen, konden niet vermoeden welk effect de eerste bal die ze op het veld trapten de volgende 50 jaar zou hebben. (…) De afgelopen vijf decennia vonden er in de voetbalkantine tal van discussies, feestmalen, drankgelagen en andere gezellige ontmoetingen plaats. Vraag een inwoner van Vyle naar zijn dorp en hij zal u daarover vertellen. Waag het om het over een Vyle zonder voetbalclub te hebben, en in zijn geest zal het schrikbeeld opdoemen van een dorp zonder ziel. (…) Maar wat hierbij het meest verraste, was dat de club bijna unanieme steun kreeg. Dat was nochtans niet zo vanzelfsprekend! De pioniers van FC Vyle hebben niet altijd de wind in de zeilen gehad. Stel je een mooie duivel voor die uit de schaduw opduikt, met in de ene hand het vaandel van de Arcis en in de andere een rode vlag, die de spot drijft met de onverstoorbare kerktoren, geflankeerd door het kasteel en de bijbehorende boerderij. (…) Hoe dan ook kunnen de inwoners van Vyle alleen maar blij zijn met de gelukkige afloop, want zo blijft een hele mentaliteit behouden die eigen is aan de club: uit liefde voor de sport, vanuit de wens om de jonge ‘hanen’ van Vyle de kleuren van een eensgezind dorp te zien dragen, werden de plooien gladgestreken en kwam men tot een subtiel compromis. Een verbond tussen mannen met verschillende overtuigingen, integere mannen met een sterke persoonlijkheid die in de mijn of op het veld, in de fabriek of in de stal, leerden wat het belangrijkste is: rust en vrede in het dorp.”
Op sportief vlak, na een paar magere jaren die de club heel goed heeft doorstaan en na een overstap van zwart-wit naar groen-zwart, werd Vyle tot tweemaal toe kampioen. De vreugde van de promotie, de verhitte derby’s en soms ook de pijn van de degradatie … FC Vyle zou heel vaak over zich laten spreken.
“De jaren zijn verstreken. Spelers zijn gekomen en gegaan. Bestuursleden zijn gekomen en gegaan. Maar de heterogene groep supporters is altijd gebleven, met elkaar verbonden de tijd van een match, een glas … een kampioenschap, in de schaduw van de kantine, in een uithoek van het dorp …”
Vertaling van uittreksels uit ‘Ciel, Vyle-Tharoul ! Miroir d’une vie en Condroz’, Marie-Eve Maréchal. Uitgegeven door het cultureel centrum van Marchin, juni 2001.
Bij Tania
Bij Anne
Joëlle’s kleine huis
De yurt van véronique
De remise van Eloïse
Kerk van saint martin
